Chatbots zoals ChatGPT zijn nog vrij nieuw, en docenten kunnen verschillend denken over het gebruik ervan door hun studenten. De American Psychological Association (APA) adviseert studenten om in een methodesectie of een andere relevante sectie van hun paper te beschrijven hoe ze ChatGPT – of een andere AI-tool – in hun onderzoek hebben gebruikt. Dat lijkt een zinnig advies, maar hoe je in je paper of thesis moet documenteren wat je gebruik van ChatGPT precies inhield wordt uiteraard bepaald door je docent.
ChatGPT genereert verschillende reacties op dezelfde prompts (de input die ChatGPT instrueert om de gewenste antwoorden te genereren). Dit houdt in dat de resultaten van een 'chat' met de AI-tool niet worden opgevraagd door de lezer.
De American Psychological Association behandelt voor de lezer ontoegankelijke bronnen gewoonlijk als persoonlijke communicatie, wat betekent dat wel een verwijzing in de tekst wordt opgenomen, maar geen vermelding in de literatuurlijst. De antwoorden van ChatGPT op prompts hebben echter niets te maken met menselijke communicatie. Het citeren van tekst uit een ChatGPT-sessie lijkt meer op het delen van output van een algoritme. Daarom moet volgens de APA de auteur van het algoritme – het bedrijf achter ChatGPT, OpenAI – de credits krijgen middels een verwijzing in de tekst en een vermelding in de literatuurlijst.
Als je gebruik maakt van informatie die is gegenereerd door AI-tools zoals ChatGPT, Copilot of Google Bard, moet je dit in je tekst vermelden en een verwijzing opnemen: