Soms kom je in een bron een andere interessante bron tegen die je wilt gebruiken voor je paper. Stel bijvoorbeeld dat een bepaald boek wordt geciteerd in een artikel dat je aan het lezen bent. Het boek wordt in dit geval beschouwd als de originele (primaire) bron, en het artikel waarin het boek wordt geciteerd als de secundaire bron.
Vermijd het citeren van secundaire bronnen zoveel mogelijk. In principe zouden alleen werken die je zelf gelezen hebt op de literatuurlijst moeten staan. Als je niet in staat bent om het originele werk te achterhalen, bijvoorbeeld als het gaat om een boek dat uit de handel is, een oud print-only rapport, of een werk dat alleen voorhanden is in een taal die je niet spreekt, kun je de secundaire bron citeren.
Stel dat een werk van Smith wordt geciteerd in Jones, en je hebt Smith niet gelezen. Noem in de tekst de primaire bron (Smith) en neem daarna een verwijzing naar de secundaire bron (Jones) op. Gebruik de formulering “geciteerd in.”
In de literatuurlijst wordt alleen de secundaire (daadwerkelijk geraadpleegde) bron opgenomen, in dit geval Jones.
Let op Als het publicatiejaar van de primaire bron onbekend is, laat het jaar dan weg uit de verwijzing (gebruik niet de afkorting “z.d.” voor “zonder datum”).