De APA beveelt aan dat auteurs duidelijk aangeven welk deel van een bron wordt besproken door een plaatsaanduiding te geven. Hoewel dit in feite alleen verplicht is bij letterlijke citaten, is het voor de lezer handig als je de aanbeveling van de APA opvolgt, vooral als het om een lange tekst gaat.
(Spencer & Buchanan, 2021, p. 332) |
(Nguyen et al., 2020, pp. 13–14) |
(Koehler et al., 2018, Figuur 1, p. 560) |
(Dexter, 2019, Tabel 3, rij 5, p. 34) |
(Kleinsma & Mijdam, 2020, Appendix, pp. 320–333) |
De APA beveelt aan (maar verplicht niet) dat auteurs duidelijk aangeven welk deel van een bron wordt besproken in de tekst, door een plaatsaanduiding te geven. Vaak zal dat een paginanummer zijn, maar er zijn vele bronnen waarbij deze niet voorhanden zijn, zoals PowerPoint-presentaties, sommige e-books, (audio)visuele werken en webpagina's.
Kies voor elk werk uit onderstaande opties de plaatsaanduiding die de lezer het best helpt het citaat te vinden:
Het gebruik van "paragraaf" in het Nederlands, als vertaling van paragraph, is eigenlijk onjuist. Een paragraaf is in het Engels namelijk een subsection. De juiste vertaling is "alinea." (Een alinea is onderdeel van een paragraaf). Aangezien dit anglicisme wijdverbreid is, heeft de Van Dale ook "paragraaf" opgenomen als de tweede betekenis van paragraph. In deze handleiding gebruiken we deze tweede betekenis.
Als je een (audio)visueel werk citeert, voeg je aan de tekstverwijzing een tijdstempel toe die het begin van het citaat aangeeft.
In het laatste voorbeeld hieronder staat 1.23.30 voor 1 uur 23 minuten 30 seconden, het moment waar het citaat begint.
(Society for HRM, 2023, Training and Development) |
(Baines & Parker, 2022, para. 6) |
(Organization for Economic Development, 2022, Policy Challenges, para. 3) |
(Webb, 2021, Slide 15) |
(Beck Institute for Cognitive Behavior Therapy, 2021, 1.23.30) |