Skip to Main Content

Academisch lezen: Wat moet je doen terwijl je leest?

Leer hoe je een snellere en efficiëntere lezer kunt worden

Wat moet je doen terwijl je leest?

Je gaat nu lezen voor een gedetailleerd begrip van de tekst. Dat betekent dat je bijna elk woord leest om iets van de tekst te leren.

Lees alleen relevante secties of hoofdstukken

Omdat je leest met een bepaald doel (zoals een taak die je probeert te voltooien of een vraag die je voor jezelf formuleerde voordat je begon te lezen), is het onwaarschijnlijk dat je de hele tekst zult moeten lezen. Lees daarom alleen de delen of hoofdstukken waarvan je weet dat ze relevant zijn voor jou, je taak of je vragen. Actieve lezers lezen met een doel, wat betekent dat je, terwijl je leest, je doel moet bereiken. Probeer de vragen die je hebt te beantwoorden en concentreer je op het identificeren van de hoofdpunten.

In stukken lezen

Lees in stukken, zoals paragrafen of delen. Na elk stuk moet je stoppen en nadenken over wat je gelezen hebt, een paar notities opschrijven of zelfs hardop praten. Als je moeite hebt met onthouden, ga dan langzamer lezen of lees kortere stukken. Zo kun je meer onthouden en je begrip beter controleren. Je kunt zelfs overwegen een alarm in te stellen, zodat je na 25 minuten lezen stopt en een korte samenvatting (50-100 woorden) schrijft van wat je je kunt herinneren. Een pomodoro-timer kan je helpen bij te houden hoe lang je hebt gelezen.

Nadenken over kernideeën

Lees een stuk tekst. Wanneer je de belangrijkste informatie hebt gevonden, markeer deze dan. Probeer verschillende kleuren te gebruiken voor verschillende punten, bijvoorbeeld blauw voor definities, roze voor de methoden van een onderzoek en groen voor de resultaten van een onderzoek. Een andere optie is om aantekeningen in de kantlijn of opmerkingen te maken. Telkens als je de neiging voelt om iets te markeren, schrijf je iets in de kantlijn in plaats van de tekst te markeren. Je kunt de tekst samenvatten, vragen stellen, of het (on)eens zijn met de tekst. Je kunt ook kernwoorden opschrijven om je te helpen herinneren waar belangrijke punten worden besproken.

Focus op kernzinnen

De kernzin is meestal de eerste zin van de alinea en schetst het belangrijkste punt. Het grootste deel van de alinea neemt het punt over, legt het uit, ontwikkelt het en illustreert het. De afsluitende zin gaat vaak terug naar het idee in de kernzin en legt uit hoe het grootste deel van de alinea dit idee heeft gewijzigd of ontwikkeld. Dus, als je wilt weten waar een alinea over gaat, lees dan de eerste zin. Om te weten te komen hoe de auteur dit idee heeft uitgewerkt, lees je de slotzin.

Herlezen indien nodig

Als je een stuk tekst niet begrijpt, doe het dan rustig aan. Herlees de alinea's voor en na de moeilijke passage en herlees dan het lastige gedeelte. Als je de theorie of het concept niet begrijpt, probeer dan de tekst op zinsniveau te bekijken voordat je de argumentatie probeert te begrijpen. Je kunt dit doen door ingewikkelde zinnen op te delen in verschillende hoofd- en bijzinnen en te letten op de tekens die de auteur heeft gegeven in de vorm van 'signaalwoorden' zoals bovendien, hoewel of anderzijds (zie module 5 voor meer informatie over signaalwoorden).

Na het lezen moet je minstens 80% van de tekst begrijpen, inclusief de hoofdideeën, thema's, ondersteunende details en de algemene structuur. Houd in gedachten dat je niet 100% van een passage hoeft te begrijpen om aan je doel te voldoen of je vragen te beantwoorden. Als je er niet in slaagt de tekst voldoende te begrijpen, kun je ook proberen iets te lezen over het onderwerp in een andere bron. Je kunt ook overleggen met medestudenten die dezelfde tekst hebben gelezen; zij kunnen je misschien helpen door uit te leggen wat je niet begrijpt. 

Taken

Kijk naar het artikel Millennials in the workplace: A Communication Perspective on Millennials' Organizational Relationships and Performance.

Gebruik de strategieën die je zojuist hebt gelezen om de volgende vraag in je eigen woorden te beantwoorden:

Wat zijn de twee belangrijkste gevolgen van de verminderde macht van de politieke autoriteiten om multinationale ondernemingen te controleren naarmate deze internationaal groeien?

 


  • De nationale regeringen worden gedwongen op prijs te concurreren.
  • Er is een gebrek aan regelgeving die de transnationale groei van een onderneming controleert.
In de tekst (blz. 13, hoofdstuk 4) staat: Globalization is weakening the power of (national) political authorities to regulate the activities of corporations that globally expand their operations. This erosion of the regulatory power of (national) hard law has two effects: it forces national governments into a race to the bottom; and it opens a regulatory vacuum for transnationally expanded corporate activities