Skip to Main Content

Academisch lezen: Uitbreiding van je woordenschat

Leer hoe je een snellere en efficiëntere lezer kunt worden

Waarom je woordenschat vergroten belangrijk is

Als je erover nadenkt, is een tekst niet meer dan een verzameling alinea's, die elk zijn opgebouwd uit zinnen die op hun beurt uit een aantal woorden bestaan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat meer woorden kennen het lezen vergemakkelijkt. Denk eens aan de laatste keer dat je een onbekend woord tegenkwam bij het lezen van een tekst in je eerste taal. Waarschijnlijk is dat enige tijd geleden. Omdat je vertrouwd bent met de meeste woorden in zo'n tekst, denk je nooit na over de rol die je kennis van woorden speelt bij het begrijpen van de tekst. Dit is anders bij het lezen in een tweede (of derde of vierde...) taal; omdat je vaker onbekende woorden tegenkomt, ervaar je het lezen als moeilijker.

Er is ruimschoots wetenschappelijk bewijs dat hoe meer woorden je kent, hoe gemakkelijker lezen is en hoe beter je erin wordt. De relatie tussen woordenschatkennis en tekstbegrip is zelfs zo sterk dat door alleen de woordenschat van een persoon te testen, kan worden vastgesteld hoe gemakkelijk die persoon een tekst kan begrijpen. Veel deskundigen op het gebied van de taalkunde gaan ervan uit dat het vermogen om woorden snel en automatisch te herkennen de meest essentiële vaardigheid is om vlot te kunnen lezen en de tekst goed te begrijpen.

Wat het betekent om een woord te kennen

Je eerste reactie zou kunnen zijn: "Nou, als ik weet wat een woord betekent, ken ik dat woord." Helaas ligt de werkelijkheid iets gecompliceerder. Om een woord echt te kennen, moet je meer weten dan alleen de betekenis. Het houdt ook in dat je de spelling en uitspraak van een woord kent en weet wat de woordsoort is (dus bijvoorbeeld of het een zelfstandig naamwoord of een werkwoord is). Het betekent dat je bekend bent met andere vormen in de woordfamilie (bijv. het woord disability maakt deel uit van de woordfamilie gevormd uit -able-; andere leden zijn enable, ability, unable en disabled) en dat je enkele verwante betekenissen kent, zoals synoniemen (bijv. help en aid) of meer algemene of specifieke soortgelijke woorden (bijv. de categorie vehicle en het woord car). Je kent enkele andere woorden waarmee het woord in kwestie vaak wordt gebruikt, zogenaamde collocaties, zoals doing your homework en niet making your homework. Ten slotte ken je het gebruik en het register van het woord, bijvoorbeeld of het woord formeel of technisch van aard is.

Het is natuurlijk niet nodig om al deze informatie te hebben voor elk woord dat je leest. Voor eenvoudigere teksten is het voldoende om de betekenis, de spelling en misschien het deel van de uitdrukking te kennen. Hoe complexer de tekst wordt - en laten we eerlijk zijn, de teksten die je op de universiteit leest kunnen behoorlijk complex zijn - hoe meer van deze aanvullende informatie over een woord je nodig zult hebben.

Er is nog een ander aspect aan de kennis van een woord dat belangrijk is om hier te vermelden, namelijk dat van de passieve en actieve woordenschat. Denk aan de woorden die je gebruikt wanneer je je eerste taal spreekt of schrijft en de woorden die je kunt begrijpen wanneer je een vrij uitdagende tekst leest, zoals een arbeidscontract. Hoogstwaarschijnlijk is het aantal woorden dat je gebruikt bij het spreken en schrijven lager dan het aantal woorden dat je zou kunnen lezen en begrijpen. In de eerste situatie gebruik je je actieve woordenschat, terwijl je in de tweede situatie je passieve woordenschat gebruikt. Je passieve woordenschat, of het nu in je eerste of tweede taal is, zal altijd groter zijn dan je actieve woordenschat. De volgende afbeelding laat zien hoe de twee soorten woordenschat aan elkaar gerelateerd zijn.

Klik hier om de afbeelding te zien

De grootste cirkel is alle woordenschat die je kent en begrijpt, terwijl de kleinere cirkel de woordenschat voorstelt die je daadwerkelijk gebruikt bij het spreken en schrijven. Je moet je richten op het uitbreiden van je passieve woordenschat om het begrijpen van teksten gemakkelijker te maken. Houd dit in gedachten wanneer je de onderstaande strategieën voor het verbeteren van je woordenschat gebruikt.

Hoe verbeter je je woordenschat?

Het vergroten van het aantal woorden dat je kent kan aanvoelen als een ontmoedigende taak. Maar proberen om veel woorden in je hoofd te proppen, zal je niet veel helpen om een betere lezer te worden. Met een paar tips kun je zowel een betere lezer als een efficiëntere woordenschatleerder worden. Klap de volgende kopteksten in om meer te weten te komen over elke tip.