Skip to Main Content

Academisch lezen: Teksten evalueren

Leer hoe je een snellere en efficiëntere lezer kunt worden

Teksten evalueren

Je hebt enkele manieren gezien om argumentatie te beoordelen op basis van de geldigheid van de argumentatie zelf, wie de auteur is en strategieën die auteurs zouden kunnen gebruiken om te proberen jou van hun mening te overtuigen. De volgende checklist geeft je meer handvatten om de betrouwbaarheid van teksten te beoordelen. Door deze vragen te beantwoorden, kun je de betrouwbaarheid van de tekst in het algemeen beoordelen, maar ook bepalen of deze tekst geschikt is om in je eigen tekst te gebruiken. Daarbij komen ook kwesties van relevantie aan de orde. Je kunt de volgende checklist gebruiken:

  1. Autoriteit: wie is (of zijn) de auteur(s)? Hebben ze veel kennis over het onderwerp? Wat is hun expertise en hebben ze meer artikelen gepubliceerd? Maar ook, schrijven de auteurs namens een organisatie, een universiteit of zijn ze nergens aan verbonden?
  2. Nauwkeurigheid: kun je soortgelijke informatie vinden in andere bronnen of is het in tegenspraak met bestaande informatie? Citeert de auteur andere betrouwbare bronnen?
  3. Objectiviteit: is de informatie onbevooroordeeld? Presenteert de auteur meerdere standpunten? Worden alle relevante gegevens gepresenteerd, zelfs als ze een tegengestelde mening ondersteunen? Vind je steun voor de standpunten?
  4. Dekking: hoe goed dekt deze informatie het onderwerp? Gaat de informatie voldoende de diepte in en worden alle aspecten van het onderwerp volledig behandeld?
  5. Actualiteit: is de informatie recent genoeg gepubliceerd om betrouwbaar te zijn? Zijn de referenties actueel genoeg?
  6. Doelgroep: voor wie is deze informatie geschreven? Was het geschreven voor deskundigen of meer voor het grote publiek? Hoe zou dit de gepresenteerde inhoud kunnen beïnvloeden?

Taken

Kijk nog eens naar de tekst over Millennials in the Workplace. Beantwoord daarna de volgende vragen over dit artikel.

  1. Wordt de in het onderzoek gebruikte methodologie duidelijk beschreven? Erkent de auteur eventuele zwakke punten in de methodologie? Zie jij eventuele zwakke punten?
  2. Hoe sterk is het bewijs? Is er sprake van duidelijke beïnvloeding of vooringenomenheid?
  3. Zijn de gemaakte interpretaties redelijk? Hangen die duidelijk samen met het voorgelegde bewijsmateriaal?
  4. Hoe past de studie in ander onderzoek over het onderwerp? Ondersteunt deze studie ander onderzoek of spreekt de studie ander onderzoek tegen?
  5. Ben ik bereid om de beweringen van de auteur te ondersteunen?

 

Tip: gebruik deze checklist / deze vragen ook bij het evalueren van je eigen bronnen.


  1. De methodologie wordt besproken op blz. 226 vanaf "In this article..." (in de linkerkolom tot aan de subkop in de tweede kolom). Het gaat om kwalitatief onderzoek en er wordt vrij duidelijk besproken welke bronnen zijn gebruikt en waarom. De auteur erkent dat populaire literatuur vaak niet op empirisch bewijs is gebaseerd en dat deze bronnen niet noodzakelijk door de auteurs worden onderschreven. De informatie uit deze bronnen wordt toegepast op 5 gebieden (de nummers in de kolom aan de rechterkant). Een zwak punt kan zijn dat er weinig empirisch bewijs is en dat de auteurs meer toegepast onderzoek hadden kunnen doen.
  2. In de tekst worden verschillende bronnen besproken, zowel uit empirische artikelen als uit populaire literatuur, maar er wordt duidelijk aangegeven wat het geval is. De auteur gebruikt nogal wat technieken om zichzelf in te dekken (should, may, this suggests) om aan te geven wanneer het bewijs niet sterk is. Er zijn geen duidelijke vooroordelen. Veelvuldig gebruik van "echter" geeft ook aan dat bronnen kritisch worden geëvalueerd of alternatieve zienswijzen bieden.
  3. De meeste beweringen zijn duidelijk gekoppeld aan bronnen, waarvan vele relatief recente publicaties zijn. Ook maakt de auteur duidelijk, door technieken te gebruiken om zichzelf in te dekken, hoe betrouwbaar de auteur deze bron/het bewijsmateriaal acht, bijvoorbeeld door te zeggen: "If this claim is true..". In elk hoofdstuk wordt duidelijk aangegeven welke aspecten nog verder moeten worden onderzocht, en welke hiaten er nog zijn in de kennis.
  4. De meeste andere bronnen lijken de huidige studie te ondersteunen. Een enkele keer geeft de auteur aan dat onderzoek tegenstrijdig kan zijn, maar in dat geval wordt vaak een verklaring gegeven. Bijvoorbeeld op pagina 233, rechterkolom net onder het subkopje " “Although this may sound like a contradiction…”.
  5. Beantwoord deze vraag voor jezelf. Hoe overtuigd ben jij?
Je schrijft een analytisch artikel over Babyboomers die momenteel nog aan het werk zijn. Je bespreekt hun opvattingen over en huidige uitdagingen tijdens het werk in de laatste jaren van hun loopbaan vóór hun pensioen. Welke informatie uit het artikel over Millennials in the Workplace zou je in je paper willen gebruiken?

Vooral in de eerste helft van het artikel worden de Millennials en de Boomers tegenover elkaar gezet. Op blz. 227 (rechterkolom) worden houdingsverschillen en frustraties besproken die Boomers kunnen ervaren bij het werken met Millennials. Op bladzijde 228 (linkerkolom, onderaan) wordt besproken welke veranderingen in de houding ten opzichte van het evenwicht tussen werk en privéleven Boomers kunnen overnemen van Millennials. De meeste andere verwijzingen naar Boomers worden slechts terloops vermeld en niet in veel detail geanalyseerd, dus de twee delen die dat wel zijn, moeten worden beschouwd als betrouwbaarder en bruikbaarder voor een tekst die je aan het schrijven bent. In de sectie References is er ook een bron (Zemke et al., 2000) die relatief recent is en die een aantal generaties op de werkplek behandelt vanuit een managementstandpunt. Dit zou interessante literatuur kunnen zijn om voor je paper te raadplegen.

Voor aanvullende informatie over hoe de betrouwbaarheid van bronnen te beoordelen, kun je kijken op deze website van de Universiteitsbibliotheek. Kijk ook op RefCite voor informatie over hoe je plagiaat vermijdt, hoe je bronnen opneemt en hoe je referentiesystemen zoals APA en OSCOLA gebruikt.